Werkwijze

Op school worden de volgende elementen bewust ingezet.

• NmG (Nederlands met Gebaren), aangepast taalgebruik en totale communicatie.
• Visuele ondersteuning zoals plaatjes, foto’s, film, voorbeelden, picto’s, verteltafel, (digitaal) schoolbord, beeldwoordenboeken.
• Schoolbreed intensief woordenschatonderwijs met de aanpak van ‘Met Woorden in de Weer’.
• Specifieke vaardigheden zoals aangepaste en/of verdiepte instructie, flexibiliteit, ondersteunen.
• Aanpassingen in de wijze van aanbieden van de leerstof, verdeling in overzichtelijke stukken, remediërende materialen, leertijd.
• Multidisciplinair werken; naast de inzet van de expertise van leerkrachten, assistenten en logopedisten worden ook intern begeleiders, pedagogen, autistenbegeleiders, motorische remedial teachers, fysiotherapeuten en teamleiders waar nodig ingezet.

• Er wordt gebruik gemaakt van pictogrammen en een dagprogramma. Leerlingen weten steeds welke activiteiten er zijn. In de klassen en kamers zijn pictogrammen, een tijdklok of een Time Timer en een kalender.
• De leerkracht geeft bij elke activiteit aan wanneer het begint en wanneer het eindigt. De leerling weet wat hij moet doen als hij klaar is.
• Sociaal gewenst gedrag wordt door de leerkracht vooraf benoemd.

• Deze regels kenmerken zich door een (positief geformuleerde) beschrijving hoe men behoort te handelen.
• Er zijn schoolregels, die gelden voor het plein, de gangen, de klaslokalen en behandelkamers.
• Elke klas heeft klassenregels over het gewenste gedrag tijdens de lessen.
• De regels zijn gevisualiseerd.
• Wij spreken leerlingen aan op de regels; geven leerlingen complimenten als zij zich er aan houden, corrigeren leerlingen als zij zich er niet aan houden.

• De leerkracht geeft de leerling de gelegenheid keuzes te maken, biedt de leerling aan verantwoordelijkheid te nemen.
• De leerkracht geeft de leerling ruimte om initiatief te nemen.
• De leerkracht respecteert de uniciteit van de leerling en draagt dit uit naar de leerlingen.

• De feedback op sociaal gedrag en op de inhoudelijke taak is overwegend positief en specifiek. (verhouding 70% positief versus 30% negatief)
• De leraar biedt de leerlingen zelfvertrouwen.
• De leraar creëert situaties waarin sterke kanten naar voren komen.
• De leraar biedt uitdagende taken aan.
• De leraar is beschikbaar voor ondersteuning.

• De medewerker toont zich beschikbaar, biedt gelegenheid tot verbondenheid en reageert responsief.
• De leerlingen leren het perspectief van een ander te zien.
• De medewerker biedt structuur:
  • Kwaliteit van de beurt (relatie aangaan) de medewerker:
    – doorloopt alle fases van een beurt;
    – opent met een vraag tegelijk;
    – geeft de leerling voldoende denktijd.
  • Gedragsvoorwaarden: De medewerker
    – heeft een centrale positie voor (een groepje) leerlingen als hij met hen praat of naar ze luistert;
    – hanteert hij alertheidssignalen als hij iets wil zeggen of om de aandacht te trekken;
    – benoemt wat hij m.b.t. een activiteit of taakje van een leerling verwacht;
    – benoemt het sociale gedrag dat hij van de leerling wil zien;
    – benoemt wat hij zelf doet, denkt en voelt;
    – laat positieve ervaringen op doen in de communicatie en in het aangaan van sociale relaties;
    – heeft aandacht  voor het aanleren van sociale vaardigheden en weerbaarheid.

Wat biedt Auris standaard in cluster 2 speciaal onderwijs? 

De Prof. Groenschool is een speciale school van Auris met leerlingen met (een vermoeden van) een taalontwikkelingsstoornis die extra ondersteuning nodig hebben bij het leren.
Hieronder wordt toegelicht welke speciale ondersteuning er op de Prof. Groenschool gegeven wordt aan de leerlingen.
Als leerlingen die naast deze speciale ondersteuning nog extra of andere ondersteuning nodig hebben, dan maken we daar afspraken over. Deze afspraken staan in het OPP.

Waarvoor leert het kind? En wat leert het kind? (leerdoelen en leerinhoud)

• Uw kind werkt aan dezelfde kerndoelen als leerlingen in het regulier onderwijs, zoals te zien is op onze leerroutekaarten.
• We helpen leerlingen om beter te worden in spraak, taal en communicatieve redzaamheid. Dat gebeurt een-op-een, in kleine groepjes en/of in de groep.
• We werken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Bijvoorbeeld door echt de tijd te nemen om de leerlingen te begeleiden in een gesprek.

Hoe leert het kind? (leeractiviteiten)
• We helpen de leerlingen om taal- en communicatievaardigheden te vergroten. Speciale leeractiviteiten, methodes en methodieken helpen daarbij. Zoals Met Woorden in de Weer, Leren praten met Plezier, MetaTaal en Denkkracht.
• We hebben een intensief taalaanbod in alle vakken. Voor elke les leggen we uit wat de woorden betekenen die nodig zijn om de lesstof te begrijpen. En we leren de leerlingen manieren aan om zelf te controleren hoe goed hij/zij een tekst begrijpt.
• We ondersteunen de lessen visueel: met plaatjes, foto’s, pictogrammen of andere dingen die je kunt zien. We letten daarbij goed op dat de visuele ondersteuning niet te veel prikkels geeft zodat de leerlingen zich rustig kunnen blijven concentreren.
• We geven onze uitleg op een manier dat de leerlingen het kunnen begrijpen. Daarvoor gebruiken wij het directe instructiemodel.
• De leerlingen krijgen een specialistisch en intensief aanbod voor begrijpend lezen en luisteren.
• Ook krijgen de leerlingen een specialistisch en intensief aanbod voor technisch lezen
• En de leerlingen krijgen een specialistisch en intensief aanbod voor spelling.
• We besteden in de klas duidelijk aandacht aan hoe taal helpt bij rekenen.
Dat doen we zo:
o rekentaal en rekenbegrippen uitleggen
o leren iets te doen zonder erbij na te denken, zoals tafels uit je hoofd leren (automatiseren)
o oefenen met verhaaltjessommen (opdrachten in de context)
• Wij besteden in de klas duidelijk aandacht aan leren leren en executieve functies.

Wat is de rol van de leerkracht bij hoe kinderen leren? (docent-rollen)
• De leerkracht, logopedist en soms ook onderwijsondersteuner zijn de belangrijkste begeleiders van de leerlingen. Daarnaast denken de intern begeleider en orthopedagoog of psycholoog ook mee over wat een kind nodig heeft. Dit doen zij in de Commissie van Leerlingenzorg.
• De medewerkers van onze school weten veel over TOS en wat TOS betekent voor je taalontwikkeling en je sociaal-emotionele ontwikkeling. Zij weten daardoor wat leerlingen nodig hebben, een-op-een en in de groep. En hoe ze dat kunnen bieden. Bijvoorbeeld zo:
o door eenvoudige taal te spreken
o door Nederlands met Gebaren te gebruiken
o door feedback te geven
o door het kind tijd te geven om na te denken en te reageren
o door duidelijk te praten, woorden uit te leggen en veel te herhalen
• Onze logopedisten behandelen spraak-taalstoornissen. Bijvoorbeeld door te oefenen met woorden leren en zinnen maken. Ze leren de leerlingen manieren om woorden te vinden voor wat ze willen zeggen. En ze helpen hen vaker te denken in woorden in plaats van beelden en gebeurtenissen. De logopedisten werken ook met de leerlingen aan een beter taalbegrip en betere communicatieve redzaamheid. Dit doen ze in nauwe samenwerking met de leerkrachten en onderwijsondersteuners.

Waar en met wie leren de leerlingen? (leeromgeving en groeperingsvorm)
• We streven naar kleine groepen van gemiddeld 15 leerlingen.
• We streven naar schoolgebouwen met goed licht en geluid.

Wanneer en hoeveel leren de leerlingen? En hoe wordt dat bijgehouden? (leertijd en toetsing)
• Alle leerlingen krijgen elk schooljaar 960 uur les. Dit is 20 uur meer dan het minimum aantal uren dat in de wet staat.
• Een groot deel van de lestijd gaat naar taalonderwijs. We zorgen dat er elke dag taalonderwijs is.
• Hoeveel uren logopedie een leerling krijgt, wordt bepaald door 3 dingen:
o de hulpvraag van het kind
o in wat voor groep het kind zit
o in welk leerjaar het kind zit
• In een leerling-volgsysteem houden we bij hoe het gaat met de ontwikkeling van de leerling. Hierbij wordt onder andere gekeken naar:
o de didactische ontwikkeling
o de taalontwikkeling
o de sociaal-emotionele ontwikkeling